Wat heb je nodig in de woestijn? Engelen.
Om de reis te volbrengen naar het beloofde land had het volk Israel de hulp van God nodig. 40 jaar was een mensenleven lang. Een generatie. Maar: Ze kregen manna, brood voor onderweg. En water uit de rots – en kwakkels.
God hield ze in leven. Door Zijn Schepping, de aarde met alles wat ze
voortbracht.

Elia ging ook door de woestijn. 40 dagen op weg naar de berg Horeb. Maar voor die tijd zag het er niet naar uit dat dit ging lukken. Elia zat onder een bremstruik en zei – laat me maar doodgaan. Alles was mislukt vond hij. Het hoeft niet meer voor mij.

Zoals wij ook wel eens momenten van wanhoop hebben: het hoeft niet meer….. Daar zit je dan onder je bremstruik. Maar God heeft een ander plan. Een engel maakt Elia wakker en zorgt voor eten. Een brood en een kruik water.

Marcus verwijst indirect in zijn versie van het verhaal van Jezus in de woestijn naar de ervaring van Elia. Elia eet en drinkt en zo kan hij 40 dagen door de woestijn op weg naar de berg waar hij God ontmoet. Zo wil God ook ons kracht geven, voeden en leiden. Om door de woestijn op weg te gaan naar het beloofde land.

Engelen. Ik weet niet of u/jij er in gelooft. Ik wel. Het kunnen ook andere mensen zijn die je helpen, brood geven en bemoedigen of aansporen. Ga maar, je kunt het wel. Het is niet hopeloos.
Ga op weg naar Gods Koninkrijk.
Het belangrijkste brood voor onder weg is het Woord, de belofte van God. En natuurlijk Jezus: het brood dat leven geeft. Met Hem komen we door de woestenij. Wat er ook speelt in ons leven – Hij gaat mee en stuurt zomaar engelen op ons pad.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.