De zesde zondag in de veertigdagentijd heet ”Dominica in Palmis” – Palmzondag.

Een paar dagen voordat het Pesach is trekt Jezus met zijn discipelen op naar Jeruzalem. Als ze in Bethanië aankomen stuurt Hij twee discipelen vooruit om een jonge ezel, waar nog nooit iemand opgezeten heeft, op te halen. Vanaf de Olijfberg komen ze Jeruzalem binnen.

De profetie van Zacharia komt nu uit: “Juich Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde. Uw koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel”. Het wordt een juichende menigte, ze zwaaien met palmtakken en leggen hun jassen op de stoffige grond. “Hosanna, gezegend is Hij, die komt in de naam van de Heer. Er lopen ook Farizeeërs mee, ”Rabbi zeg toch dat ze hier mee ophouden”, maar Hij antwoordde: ”Als zij hun mond houden dan zullen de stenen het uitroepen.

Halverwege de Olijfberg blijft Jezus stilstaan en huilt: ”Ach Jeruzalem begreep ook u vandaag maar wat vrede brengt, maar jullie zijn er blind voor.” Jezus wist toen al dat de stad later verwoest zou worden. Op die plek staat nu een kerkje: Dominus Flevit – de Heer huilde. De vorm van het raam is een traan en op het dak staan vier grote kruiken, berg mijn tranen in uw kruik (psalm 56). Vandaag nog een juichende Hosanna-roepende menigte. De mensen denken dat Jezus nu wel de Romeinen, die het land bezet hebben zal verjagen. Ze hebben het nog niet begrepen. De profeten hebben anders voorspeld en Jezus weet wat er zal gaan gebeuren.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.