41Toen hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon hij te huilen over het lot van de stad. 42Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. 43Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten. 44Ze zullen je met de grond gelijkmaken en je kinderen verdelgen, en ze zullen geen steen op de andere laten, omdat je de tijd van Gods ontferming niet hebt herkend.’

Lucas 19: 41-44

De menigte is buiten zinnen van vreugde, want de langverwachte koning maakt zijn opwachting, maar wat doet Jezus? Hij barst in tranen uit over het lot van de stad. In de tekst lijkt het om de fysieke stad te gaan, de gebouwen, maar het gaat ook over het verdelgen van de kinderen van de stad.

Wie over de Olijfberg naar Jeruzalem gaat heeft een fantastische blik over de stad. De tempel zag je in al zijn glorie liggen, de rest van Jeruzalem lag er omheen. De stad ligt aan de voeten van Jezus, een juichende menigte begroet hem en toch huilt Jezus. Omdat Jeruzalem de tijd van Gods ontferming niet heeft herkend.

Maar al die mensen stonden daar toch en herkenden Jezus toch als Messias? Zij wel, maar anderen blijkbaar niet. En die anderen hebben de macht en hebben zich uitgeleverd aan de machthebbers van die tijd: de Romeinen.

Hoe zullen de Romeinen het oproer hebben ervaren. Meerdere keren waren er rond Pascha rellen ontstaan tegen de machthebbers. Niet voor niets hadden de Romeinen burcht Antonia op de tempelberg gebouwd. Daarmee konden ze mogelijke opstanden snel en daadkrachtig de kop indrukken. Dit was voor hen nog niet het moment om in te grijpen, maar hoever zouden ze het moeten laten gaan?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.