De dag nadat de menigte Jezus met “Hosanna” en palmtakken heeft begroet in Jeruzalem gaat Hij opnieuw de stad binnen. Hij gaat naar de tempel, het is een paar dagen voor Pesach. Het wordt nu steeds drukker in de stad omdat veel Joodse mensen hier het feest willen vieren.

De meesten zijn al dagen onderweg en kopen op het tempelplein een offerdier. Om dat te kopen moeten ze eerst geld wisselen voor “tempelgeld”. Daarom is het heel druk en de prijzen voor offerdieren en geld schieten omhoog! Veehandelaren en geldwisselaars maken grote winst. Als Jezus deze handel ziet verjaagt hij hen met de woorden: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn, maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt”.

De hogepriesters en schriftgeleerden bedenken een plan om Jezus gevangen te nemen, maar het hele volk hangt aan zijn lippen. Jezus en zijn discipelen verlaten de stad en overnachten in het nabijgelegen Bethanië.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.